Damian van Lottum

Huiswerkpagina Hondsrug College

 

LANDBOUW.

 

Mensen leerden in 10000 voor christus hoe je nieuwe gewassen kon laten groeien door zaden van granen in de grond te stoppen. Ze leerden hoe ze die gewassen moesten verzorgen. Ze ontdekten ook om vee te hoeden binnen een afgesloten weiland dan erop te jagen. je had zo altijd vers vlees en verse melk in de buurt.. Het verbouwen van gewassen noem je akkerbouw. Het houden van dieren voor melk of vlees noem je veeteelt. Akkerbouw en veeteelt samen noem je landbouw. Deze overgang noemen we de landbouwrevolutie. Een revolutie betekent dat er een grote verandering plaatsvindt. De Revolutie ging heel langzaam de overgang duurde eeuwen en op sommige plaatsen duurde het nog veel langer. Lange tijd leefden boeren en jager-verzamelaars naast elkaar of waren boeren ook jager-verzamelaar.

 

DE EERSTE BOEREN

De landbouw werd uitgevonden in het gebied dat we nu het midden oosten noemen. Het werd er warmer en droger, het klimaat verandererde. De jager-verzamelaars hadden het moeilijk en moesten dingen verzinnen. Ze legden akkers aan.. Jagers/verzamelaar bleven daarom bij hun akkers en bij de dieren wonen. Zo ontstonden dorpen.

 

 

BOEREN IN EUROPA

In Europa veranderde er niet veel en was er niet echt landbouw nodig . In de tijd veranderde er toch veel en gingen er toch veel mensen over op de landbouw. Er werd gekeken naar goede grond waar veel water is. Maar er moest ook een verhoging zijn, waarop je een huis kon bouwen .Het gebeurde vooral in 5000 voor cr . Uiteindelijk waren er niet veel jagers meer over en stapten de meeste over naar de landbouw.

 

 

EGYPTE EN DE NIJL

De Griekse schrijver Herodotus heeft over zijn rondreis door Egypte veel teksten geschreven. In deze verhalen noemde hij Egypte een geschenk van de Nijl. Hij zij dat zonder de Nijl Egypte niet zou hebben bestaan. En dat was ook zo. Egypte was een droog woestijnland en alleen langs de Nijl was leven mogelijk. De rivier zorgde voor zoveel vruchtbare grond dat Egypte een rijk land werd

 

LANDBOUW IN EGYPTE

De eerste mensen kwamen uit de Sahara . Door verandering van klimaat vertrokken de jagers . Ze kwamen uit bij de Nijl. Daar was de grond vruchtbaar en leefden veel wilde dieren. Door de smeltende sneeuw en hevige regenval overstroomde de Nijl elk jaar. Dit vonden de Egyptenaren niet erg want dit was een vruchtbaar stuk grond dat veroorzaakt werd door het slib van de overstroming. Daardoor konden de boeren heel goed hun akkers aan leggen, beschermd met kanalen en slootjes. Dit noem je: irrigatielandbouw. Omdat het veel werk was om al die kanalen en sloten te graven, werkten de mensen samen. Om dit samenwerken goed te laten verlopen was er een leider nodig. Alle stammen hadden zo’n leider. Uiteindelijk bleef er in Egypte één leider over: de farao. Hij was de koning van Egypte.

  

ANDERE BEROEPEN

Omdat de akkers zoveel graan opleverden, hoefden niet alle Egyptenaren boer te worden. Ze konden ook andere beroepen gaan uitoefenen. Zo kwamen er pottenbakers, meubelmakers en timmerlieden. Dit soort beroepen noem je ambachten. Om aan graan te komen, kan een ambachtsman zijn producten ruilen met een boer er kwamen ook mensen die de farao hielpen bij het besturen van het land, om de grootte van de oogst op te schrijven of om belastingen te innen. En natuurlijk om toezicht te houden op het onderhouden van de dijken en kanaaltjes dat waren de ambtenaren. Zij waren erg belangrijk in het oude Egypte en hadden veel aanzien. In Egypte kenden de mensen nog geen geld. Belasting betalen deden de Egyptenaren door het geven van goederen of door te helpen bij het bouwen aan de tempels en gebouwen voor hun farao. Dit deden ze in de periode dat de Nijl overstroomde en ze toch niet op het land konden werken.

 

 

MEER VERSCHILLEN

Omdat er verschillende beroepen kwamen, namen de sociale verschillen tussen de mensen toe. Er waren mensen met weinig aanzien, bijvoorbeeld de boeren en de slaven. Zij stonden onderaan de samenleving. Er waren ook mensen met veel aanzien. Helemaal boven in de Egyptische samenleving stond de farao. Direct daaronder stonden de hogepriesters en de hoge ambtenaren vaak waren zij familie leden van de farao. Daaronder kwamen weer de gewone priesters, de ambtenaren en de ambachtslieden. Net als bij de jagers en verzamelaars was er bij de Egyptenaren een duidelijke taakverdeling tussen de mannen en de vrouwen. De mannen deden vaak het werk op het land, terwijl de vrouwen binnenshuis werkten en op de kinderen pasten. Maar soms ging het ook anders…

CULTUUR

Alles wat mensen maken, doen en bedenken noem je cultuur. Het woord gebruik je ook voor een groep mensen die ongeveer dezelfde manier van leven hebben. Zo lees je in dit hoofdstuk over Egyptische cultuur. Hiermee bedoelen we de manier van leven van de Egyptenaren. Die is zo herkenbaar dat je kunt spreken van de Egyptische cultuur. In deze paragraaf leer je een paar kenmerken van deze hoogontwikkelde Egyptische cultuur.

EEN NATUURGODSDIENST net als de jager verzamelaars waren de Egyptenaren voor hun voedsel afhankelijk van de natuur. Daarom was het belangrijk om de natuur goed in de gaten te houden en als het mogelijk was, de natuur te beïnvloeden. De Egyptenaren zagen veel in de natuur gebeuren. Ze zagen allerlei dingen die ze niet begrepen. Hierdoor kregen ze het idee dat veel van deze dingen door goden werden veroorzaakt. Zo zagen ze elke dag de zon langs de hemel bewegen. In het gras zagen ze een mestkever een mestbal voortbewegen. Voor de Egyptenaren was het nu duidelijk: de zon werd door een grote mestkever voortbewogen langs de hemel. Zo was er bijna voor elk ding of gebeurtenis een goed voor belangrijke dingen, zoals de Nijl, waren er zelfs meerdere goden. De goden konden zorgen voor een goede oogst of voor een overstroming op het juiste moment. Gewone mensen konden niet met een god praten. Alleen de priesters in de tempels konden met de goden praten. Om ervoor te zorgen dat priesters dit deden, moesten de Egyptenaren hen flink betalen met bijvoorbeeld sieraden en voedsel. Hierdoor werden de priesters erg rijk. Het antwoord dat ze van de goden kregen was vaak niet meer dan een vage aanwijzing. Maar de mensen waren er tevreden mee. Zeker als de oogst inderdaad goed was. Thuis hadden de mensen vaak allerlei huisgoden. Eén god die in het hele land werd vereerd, was de farao zelf. Als koning was hij, naast bevelhebber van het leger en de vloot, ook de baas van alle priesters en ambtenaren, en bovendien de zoon van de zonnegod Ra. De Egyptenaren dachten dat hij na zijn dood eeuwig zou leven

EEN GOED BESTUUR

Egypte is een groot land. Toch heeft het Egyptische rijk duizenden jaren kunnen bestaan. Dit was mogelijk doordat het land een goed georganiseerd bestuur had. Omdat de farao beschikte over veel ambtenaren, kon hij zijn wetten door heel Egypte verspreiden en laten controleren. Hierdoor golden in het hele rijk dezelfde wetten. De ambtenaren zorgden ook voor het innen van de belastingen en hielden bij hoe groot de graanvoorraden waren. Samen met de ambtenaren, de priesters en het leger heersten de farao’s eeuwenlang over Egypte.

 

 

 

De dood

 

Verschil tussen nu en toen is dat de Egyptenaren veel meer deden aan de dood omdat zij geloofden in het leven na de dood.

 

De farao gaat dood

 

Het lichaam van een farao werd in die tijd gemummificeerd omdat dit lichaam nodig was om een volgend leven te  kunnen leven. Dit ging altijd via een ritueel.

 

Het mummificeren ging als volgt:

 

De hersenen en organen werden verwijderd behalve het hart, want dan kan de goden het hart wegen. De organen werden in potten bewaard naast het lichaam. Daarna werd het lichaam in het natron en in linnen gewikkeld

 

Piramide en Rotsgraven

 

De farao’s werden eerder altijd onder stapels stenen begraven. De stapels stenen werden steeds groter en werden bezittingen, wapens, eten en rijkdommen meegenomen. Later werden deze stapel stenen piramides genoemd. Later werden de farao’s begraven in rotsgraven omdat de piramides altijd geplunderd werden, en in een poging om dit te voorkomen hebben ze Rotsgraven (genoemd Dal der Koningen) gemaakt. Maar ook deze werden geplunderd.

 

Graf van Toetanchamon

 

Het graf Toetanchamon is erg bekend geworden om dat zijn graf niet geplunderd was. Dhr Howard Carter is degene die dit graf heeft gevonden.